Al in de laatste jaren voor die allerlaatste eisprong verandert er van alles in ons lichaam. Het vruchtbaarheidshormoon oestrogeen, begint te haperen. Dit proces duurt enkele jaren (één tot tien jaar) en die periode noemen we de overgangsjaren of: de overgang. De overgang is dus de periode van vruchtbaarheid naar onvruchtbaarheid. Tijdens de puberteit vond dit proces in omgekeerde volgorde plaats. Bij de meeste vrouwen ging ook dat niet onopgemerkt voorbij. Het vruchtbaarheidshormoon zette niet alleen een lichamelijke ontwikkeling in van meisje naar vrouw, maar had ook invloed op onze stemming.
De afname en de uiteindelijke uitval van het natuurlijke vruchtbaarheidshormoon tijdens de overgang kan overgangsklachten veroorzaken. Die hoeven niet allemaal en zeker ook niet altijd even heftig voor te komen, maar de meeste vrouwen krijgen er wel mee te maken. Eenderde van de vrouwen heeft er nagenoeg geen last van, eenderde heeft lichte tot matige klachten en eenderde heeft veel last van de overgangsverschijnselen. Overgangsverschijnselen die vaak genoemd worden, zijn: opvliegers, hevig transpireren, vermoeidheid, slapeloosheid, een onregelmatige menstruatie, stemmingswisselingen, concentratiestoornissen, een droge vagina, urineverlies en botontkalking.